napraten

napraten
{{napraten}}{{/term}}
I 〈overgankelijk werkwoord〉
[praten in navolging van een ander] répéter
II 〈onovergankelijk werkwoord〉
[na afloop blijven praten] rester à causer
voorbeelden:
1   we hebben nog een uurtje zitten napraten on est resté encore une petite heure à causer

Deens-Russisch woordenboek. 2015.

Игры ⚽ Поможем сделать НИР

Share the article and excerpts

Direct link
Do a right-click on the link above
and select “Copy Link”